Chinees - Initiatie (module 1)
Introductie
Een nieuwe taal aanleren
Onze taaltrainingen "een nieuwe taal aanleren", leren u een taal effectief te gebruiken in een professionele en een privé context. Luisteren, begrijpen en spreken staan centraal in onze taaltrainingen.
Omschrijving
U leert niet enkel een nieuwe taal aan maar u krijgt evengoed inzicht in de typische gewoontes, gebruiken, mentaliteit... zeg maar cultuur van de landen waar de betreffende taal wordt gesproken. Dit helpt u om snel door de "native speakers" geaccepteerd te worden en voorkomt onnodige misverstanden en problemen.
U komt terecht in een groep met een beperkt aantal gelijkgestemde cursisten, zodat onze ervaren taalcoaches u ruim voldoende aandacht kunnen geven. Goed om weten: onze taalcoaches onderwerpen u niet aan testen (tenzij u daar zelf op aandringt) en zijn ervaren in het wegnemen van de eventuele drempel om te durven spreken.
Voor wie is deze opleiding bestemd?
U wil Chinees als nieuwe taal aanleren.
Voorkennis
In deze taalopleiding start u vanaf nul.
Methodologie
- Situationele aanpak: thema's uit het dagelijkse leven stellen de deelnemers in staat na korte tijd over verschillende onderwerpen te converseren.
- Communicatief gericht: op iedere dialoog volgt een woordenlijst. De woordenschat uit de dialoog wordt op een interactieve manier tijdens de les ingeoefend en uitgebreid naar de leef- en bedrijfswereld van de deelnemers.
- Grammatica: de grammaticale onderbouw die de dialogen ondersteunt, wordt systematisch aangebracht en ingeoefend.
Wat kent u na het volgen van deze opleiding?
Na 10 sessies kan u de eerste contacten leggen met chinees sprekende personen.
Programma
Kennismaking
- U maakt kennis met het alfabet en leert stap per stap Chinees lezen. Het alfabet, de tekens, de klinkers, de medeklinkers, ..., uitspraakregels, schrijfwijze, oefeningen
Ik stel mij voor
- Zeggen wie u bent
- Zeggen wie iemand is of wat iets is
- Ja en nee zeggen
Wie bent u? Waar is dat? Waar komt u vandaan?
- Vragen hoe iemand heet
- Vragen waar iets zich bevindt
- Vragen naar de nationaliteit van iemand
Hoe oud bent u? Waar woont u? Welke talen spreekt u?
- In een gesprek wordt verder kennisgemaakt: hoe oud bent u?
- Waar woont u? Welke talen spreekt u?
Wat is uw beroep?
- Vragen naar het beroep
- Naam + adres: zeggen + ernaar vragen
Vult u even dit formuliertje in.
- Een formulier invullen met naam, voornaam, adres
- Een eenvoudige aankondiging lezen waarin cijfers in vermeld staan
De dagen/de jaarindeling/de werkdag/het uur
- Wat doe u met Kerstmis? (de dagen en de jaarindeling).
De weg vragen
- Situatie waarbij de weg wordt uitgelegd.
Kopen en verkopen
- Situatie waarbij een vreemdeling inlichtingen vraagt over de kleinhandelszaken
- Etiketten van producten en kastickets worden bekeken.
Telefoneren
- Telefonisch een afspraak maken
Een zakenrelatie uitnodigen op restaurant
- Iemand uitnodigen, bestellen in een restaurant, afrekenen

Jiajia Ma